Diagnose stappen

arts

Stap 1 de huisarts

De eerste stap bij apneu is altijd richting huisarts. Misschien ben je al onder behandeling voor diabetes, overgewicht, hoge bloeddruk, slaapklachten, depressie of burn-out? Jouw ademstilstanden tijdens de nacht kunnen daar wel eens mee te maken hebben. Apneu is niet het eerste waar veel huisartsen aan denken. Dan breng je het zelf ter sprake. Als ook jouw huisarts slaapapneu vermoedt, zal hij jouw voor onderzoek doorverwijzen naar een slaapcentrum.

slaapkliniekb

Stap 2 het slaapcentrum

Voor apneu kan je niet bij ieder ziekenhuis terecht. Volgens het RIZIV zijn er in Vlaanderen 34 slaapcentra met apneuconventie, in Brussel 10, in Wallonie 28, totaal 72 voor geheel België. In Eind 2015 waren er in Vlaanderen 38.428 apneupatiënten, in geheel België 112.863. Ten opzichte van 2014 was er een netto groei (nieuwe apneupatiënten minus diegene die gestopt zijn) in Vlaanderen van 13,3%, voor geheel België 12%.

Wanneer er een vermoeden is van apneu, wordt een slaaponderzoek (polysomnografie) gedurende een nacht in het slaapcentrum. Wordt apneu bevestigd (gemiddeld minimum 15 ademstops/uur), dan volgt er later een tweede nacht, titratienacht genoemd, waarbij de druk op het cpap-toestel bepaald wordt, die nodig is om het aantal apneus te verminderen tot onder de 5/uur.

Een slaapcentrum is multi-disciplinair, dit wil zeggen dat naast de longarts ook een nko-arts, tandarts, kaakchirurg en neuroloog deel uitmaken van het artsenteam van grotere slaapcentra. Voor kleinere slaapcentra wordt naar deze specialiteiten verwezen indien nodig.

slaaprechtenvrijb

Stap 3 het slaaponderzoek

Apneus (ademstops) worden gemeten tijdens de slaap. Een slaaponderzoek (polysomnografie) gebeurt tijdens een diagnosenacht in het slaapcentrum. In de vooravond worden sensoren op je hoofd, lichaam, armen en benen die met draden verbonden worden aan een computer in de registratieruimte. Daar volgt een slaaptechnologe het verloop van een aantal kamers: de computer registreert jouw ademhaling, zuurstofgehalte in het bloed, hersenactiviteit, het verloop van de slaap, positie waarin je slaapt, de rusteloosheid van de benen. Je voelt hier niets van, het is noch een pijnlijk, noch een belastend onderzoek.

Een slaapcentrum is multi-disciplinair, dit wil zeggen dat naast de longarts ook een nko-arts, tandarts, kaakchirurg en neuroloog deel uitmaken van het artsenteam van grotere slaapcentra. Voor kleinere slaapcentra wordt naar deze specialiteiten verwezen indien nodig.

Lees meer over het slaaponderzoek.

dokterbb

Stap 4 de diagnose

Aan de hand van de resultaten van het slaaponderzoek en andere onderzoeken wordt de definitieve diagnose gesteld en de ernst bepaald. Het aantal apneus (ademstops) en hypopneus (bijna-ademstops) van de hele nacht worden weergegeven in een index, de AHI, of het aantal (bijna)stops gemiddeld per uur. 

Met een AHI waarde boven de 15 (milde apneu), wordt een behandeling voorgesteld. Voor de milde tot ernstige (>30) is dit meestal de luchtdrul behandeling met een CPAP toestel en masker. Lichtere vormen komen meestal in aanmerking voor een mondbeugel (MRA).

Voor de behandeling met luchtdruk volgt er na enige tijd een titratienacht waarbij de optimale druk van het CPAP toestel bepaald wordt.

Bron: ApneuVereniging Nederland (aangepast)