Deelnemers aan een slaaponderzoek die al astma hadden, bleken vaker apneu te ontwikkelen. Naarmate ze al langer met astma kampten, was hun risico op slaapapneu groter. Dat blijkt uit een onderzoek van onder andere de University of Wisconsin.
Mihaela Teodorescu en haar collega’s onderzochten de relatie tussen astma en het obstructief slaapapneu syndroom (OSAS). Hierbij zorgt een blokkade in de luchtwegen ervoor dat tijdens het slapen de adem stokt. Mensen met slaapapneu slapen daardoor heel onrustig, zodat ze overdag erg moe en slaperig zijn. Daarnaast kan het tot andere gezondheidsproblemen leiden.
De onderzoekers keken naar gegevens uit de Wisconsin Sleep Cohort Study, waaraan vrijwilligers deelnamen die in 1988 30 tot 60 jaar waren. Aan het begin van de studie hadden ze geen apneu. Ongeveer om de vier jaar brachten ze een nacht door in een slaaplab en vulden ze vragenlijsten in over hun gezondheid.
Vaker apneu
Van de 81 deelnemers met astma kregen er in de eerste 4 jaar van het onderzoek 22 slaapapneu (27 procent). Van de 466 vrijwilligers zonder astma, ontwikkelden er 75 apneu (16 procent). Deelnemers die al astma hadden, bleken 40 procent meer risico te lopen op het ontwikkelen van slaapapneu.
Wat precies het verband is tussen astma en slaapapneu en welke onderliggende mechanismen daaraan ten grondslag liggen, is nog niet duidelijk.
Bron:
- Astmapatienten krijgen vaker slaapapneu, gezondheidsnet.nl,: 14 januari 2015, gewijzigd op 9 december 2016
- Association between asthma and risk of developing Obstructive Sleep Apnea, The Journal of the American Medical Association, 13 januari 2015.