Evenwicht zoeken tussen besparing en kwaliteit

di 27 juni 2017
Evenwicht zoeken tussen besparing en kwaliteit

Vanaf 1 januari 2017 is in België de lopende conventie die de terugbetaling van de behandeling van slaapapneu regelt, voor een vijfde keer gewijzigd, waarbij vooral de opname van de behandeling met mondbeugel (mra) opvalt. een volledig nieuwe conventie is het echter niet, de onderhandelingen gingen niet van een leien dakje en de nieuwe streefdatum om te landen is januari 2018. in een eerste artikel bekijken we de voorgeschiedenis van deze vijfde wijziging.

Prof. dr. Olivier Vanderveken van iBEDSMA (Interdisciplinaire Belgische tandheelkundige slaapgeneeskunde academie) nodigde ons uit op een informatiedag.

Artikel uit ApneuMagazine 17-2. Het volledig artikel is hier beschikbaar voor leden en vrienden: klik op "Lees verder"

Evenwicht zoeken tussen besparing en kwaliteit

Een verslag van een informatiedag over de wijziging van de apneu-conventie.

25% besparing in 2014

Bij de vorige vierde wijziging werd op 1 september 2014 de dagvergoeding, die de slaapcentra ontvangen, met niet minder dan 25 % terug geschroefd van 2,63 euro naar 1,97 euro. Toenmalig minister van volksgezondheid, Laurette Onkelinx, wilde hiermee 12 miljoen besparen. Bovendien mocht de groei van het aantal apneupatiënten niet hoger zijn dan 15 %, zo niet zou de dagvergoeding nog meer verlaagd worden.

Deze maatregel was dus het antwoord van het beleid op de sterke stijging van het aantal patiënten die met cpap behandeld werden: van 2008 tot 2013 meer dan een verdubbeling van 31.000 naar 67.300 (220%). Als de laatste jaarlijkse stijging van 12,4 % wordt aangehouden, dan zijn er bijna 140.000 cpap-gebruikers eind 2019 (zie grafiek).

Tabel: aantal cpap-gebruikers (België) in duizenden (vanaf 2016 prognoses)
Van 2008 tot 2013 meer dan verdubbeling van 31.000 naar 67.300 (220%). Als de laatste jaarlijkse stijging van 12,4% wordt aangehouden, dan zijn er bijna 140.000 cpap-gebruikers eind 2019.

Om een nieuwe conventie voor te bereiden werd tevens een werkgroep opgericht met longartsen, slaapspecialisten, medische technologie bedrijven, ziekenhuisdirecties (zorgnetten) en het college van geneesheren-directeurs van het RIZIV (federale openbare ziekteverzekering). De werkgroep moest vooreerst een concrete kostenberekening opstellen. De reële kosten werden door de zorgnetten geschat: in Vlaanderen op 2,39 euro, in Franstalig België op 2,52 euro, met uitschieters van 1,53 euro tot 3,21 euro.

Adviezen van artsen

Voorts diende de werkgroep wetenschappelijk gegronde voorstellen te geven om de kwaliteit te verhogen en de kosten te verlagen. Het college van het RIZIV besliste echter zelf een voorstel uit te werken. Ondertussen overlegde de groep artsen wel over een aantal adviezen. Zoals de verstrenging van de berekening van het aantal hypopneus (bijna-apneus) in overeenstemming met internationale regels, idem voor de drempel van de apneu-index die gebruikt wordt voor terugbetaling. De therapietrouw moest steviger bewezen worden door het bezorgen van een afdruk van de geheugenkaart in de cpap. De mondbeugel is even effectief dan cpap voor milde apneu, wat leidde tot het advies het team van het slaapcentrum uit te breiden met een tandarts. De groep pleitte voor specifiek opgeleide artsen en erkende slaapcentra, die ook noodzakelijk zijn als goedkopere methodes van diagnose en afstelling (titratie) zouden gebruikt worden. In geval de waarschijnlijkheid op apneu erg groot is, en er zijn geen bijkomende aandoeningen, kan vereenvoudigd slaaponderzoek en afstelling thuis overwogen worden. Er werd vastgesteld dat een cpap-gebruik van minimum vier uur per nacht nodig is om resultaat te hebben voor hart- en vaataandoeningen. Er werd geadviseerd de apneuer al drie maanden na de opstart terug te zien.

Opnieuw besparing van 4 %

De nieuwe minister van volksgezondheid, Maggie De Block, besliste nog eens drie miljoen euro te bezuinigen op de cpap-behandeling vanaf 1 januari 2016: de dagvergoeding daalde verder met 4% van 1,97 euro naar 1,89 euro. In februari 2016 kwam het college van het RIZIV met een voorstel voor nieuwe conventie. De belangrijkste elementen waren de opname van de mondbeugel (mra), een verminderde dagvergoeding na de opstart, de vervanging in sommige gevallen van het duurdere slaaponderzoek in het slaapcentrum door thuisdiagnose en -afstelling. De drempel zou gelijk gelegd worden voor terugbetaling van cpap en mondbeugel: vanaf 15 apneus-hypopneus/uur. Apneuers die vroeger via een omweg wél een mondbeugel vergoed kregen vanaf index 5, vallen dus uit de boot. Het college van het RIZIV stelde voor de dagvergoeding te splitsen: de eerste zes maanden 2,25 euro, daarna 1,80 euro. Zorgfirma's zouden hiervan 1,69 euro ontvangen.

Waarover consensus bestaat, wordt uitgevoerd

Ook na een nieuw voorstel in juli 2016 was er geen overeenstemming en de besprekingen werden verder gezet in 2017, streefdatum 1 januari 2018. Ondertussen kwam er een beperkte vijfde wijziging van de lopende conventie voor de onderdelen waarover consensus bestond: mondbeugel wordt opgenomen (5,64 euro / dag gedurende zes maanden, daarna 0,43 euro, gebruiker betaalt niets), voor cpap 1,89 euro (remgeld apneuer 0,25 euro). De regel dat er bij een grotere stijging dan 15 % de dagvergoeding verder verlaagd zou worden, vervalt.

Volgende keer: de mra in de gewijzigde apneu-conventie.